De voorbije week blijken steeds meer planten met bacterieziekte aanwezig te zijn in de velden, zowel in pootgoed als in consumptie. Ook in Nederland wordt door de NAK melding gemaakt van meer verlagingen door bacterie.

De typische symptomen zijn volop zichtbaar:

  • Individuele planten die geel verkleuren in de kop
  • Stengels die onderaan de basis rotten en zwart verkleuren (‘zwartbenigheid’)
  • De moederknol die versneld weggerot is
  • Dochterknollen die beginnen te rotten en elkaar aansteken

 

Bacterieziekte bezorgt de pootgoedteelt al enkele jaren kopbrekens in onze regio’s; in Noord-Amerika wordt dit echter gemeld als een nieuwe ziekte/bedreiging. Dit blijkt uit de publicatie van een artikel door de universiteit van Maine (zie deze link). Er is sprake van zwartbenigheid door Dickeya (D. dianthicola). Het optreden van Dickeya in Amerika wordt gelinkt aan een gewijzigd klimaat (opwarming). Voor de Noord-Amerikaanse praktijk worden diverse maatregelen voorgesteld om de ziekte te voorkomen:

  • Plant gezond en gecertificeerd pootgoed in goed doorlatende grond.
  • Vermijd indien mogelijk gesneden pootgoed. Laat gesneden pootgoed opdrogen alvorens te planten.
  • Plant in omstandigheden die gunstig zijn voor een snelle opkomst.
  • Reinig en ontsmet materiaal voor het snijden en planten van pootgoed.
  • Vermijd beschadigingen bij planten en oogst.
  • Selecteer zieke planten uit.
  • Zorg voor een voldoende ruimte teeltrotatie (2 jaar of meer) zonder waardplanten.
  • Vermijd teveel beregening.
  • Vermijd teveell N-bemesting.
  • Cu fungiciden zouden een nevenwerking hebben en lesies laten opdrogen.
  • Wat met oogsten tot pelvastheid (21 dagen na loofdoding).
  • Vermijd natte omstandigheden bij het rooien zodat er niet teveel grond aan de knollen kleeft.
  • Bewaar aangetaste partijen apart.
  • Zorg voor een goede ventilatie in de bewaring.
  • Controleer in bewaring regelmatig op temperatuursstijgingen en rotte geur.
  • Droog de aardappelen voor bewaring of verzending.